zondag, november 12, 2006

Wapenstilstand, oftewel de waarheid achter de Sint

We schrijven 11 november 339, een zondagavond, in de Vlaamsche steede Aelst ten gebuurte des Denders. Er was niets op TV en internet bestond ook nog niet, dus Maarten besloot een pintje te gaan drinken bij Philomeina, waardin van herberg "De gegalvaniseerde maliënkolder". Tussen Maarten en Philomeina bloeide er al jaren iets, hoewel Maarten van zijn baas officieel geen relatie mocht hebben met een vrouw. Ze vond hem steeds zo sexy staan in zijn halve mantel waarmee hij al jaren door het land trok. Hij, op zijn beurt, vond dat ze lekker pintjes kon tappen. Voorwaar een sterke eigenschap voor een vrouw, zeker voor een waardin. Het was bijna middernacht, de wind deed de luiken tegen de ramen kletsen. Plots viel de elektriciteit uit. In Duitsland was er immers net een grote panne. Gelukkig had Philomeina goeie kaarsen bij de hand. Kaarsen kwamen immers altijd van pas, was haar leuze als vrijgezellin. Toen de herberg terug voldoende verlicht was, merkten ze dat aan een tafeltje, dicht bij het toilet, een zonderling figuur plaatsgenomen had. Het was die dekselse Nicolaas, die hen al jarenlang stalkte. Nicolaas was ziekelijk jaloers omdat hij Philomeina niet kon krijgen. Vandaag zou echter de afrekening volgen; hij had via internet (dat het nog niet bestond is hier dus even niet van tel) een dosis Rohypnol besteld die hij in haar bier zou doen. Eens ze willoos was, zou hij haar eens goed nemen op zijn schoot, ik bedoel goed op zijn schoot nemen. Maar dat was buiten de waard gerekend, de waardin in dit geval. Geloof me, uit ervaring kan ik, en met mij een aantal van mijn vaste lezers, zeggen dat je niet ongemerkt in de bierkelder van een café binnensluipt, zonder problemen te krijgen met de baas. Nicolaas was ontmaskerd, maar hij zou wraak nemen op Maarten. Hij stormde op deze laatste af en krabde hem languit in het aangezicht. Dit verklaart ook meteen waarom Sint-Maarten vanaf die dag zijn baard liet groeien. Nicolaas vocht werkelijk als een echte vrouw. Maarten maakte er echter korte metten mee: een links-rechtse combinatie en een kniestoot tussen de benen en Nicolaas kon voor eens en voor altijd afdruipen. Hij zou zich nooit meer vertonen in Aalst. Het terrein was voor eens en voor altijd afgebakend.
En dat, beste kindjes, is waarom we in Aalst Sint-Maarten vieren en niet Sinterklaas.
Toeval of niet, het was 11 november die dag. En iets minder dan 16 eeuwen later zou 400 km zuidwaarts een andere wapenstilstand getekend worden. In de loop der tijden is dit verhaal echter in de diepe kerkers der vergetelheid terechtgekomen. Met deze getuigenis hoop ik dat de mensheid de waarheid opnieuw onder ogen durft te zien.
In het woord wapenstilstand zitten trouwens zowel Aalst als Sint vervat. Elke verdere gelijkenis met bestaande personen is uiteraard volstrekt toevallig, of niet?

1 Comments:

At 21 maart, 2008 22:41, Anonymous Anoniem said...

Zo e schoon vertelselken verdient toch ne comment zeker, wadist...
Moest Hugo Matthysen nen oilsjteneer zijn, het had al lang in den Humo gestaan!
Der klopt iet niet met de vorige zin, maar ge weet wel hé.
Geen goesting om na te peizen, nem!

 

Een reactie posten

<< Home