Vorige zondag ben ik mentaal en fysiek volledig onderuitgegaan op de 20 km van Brussel. Maandag kon ik geen trap meer af van de verzuring in de benen, dinsdag ben ik na het werk meteen in bed gekropen met een hoofd dat op ontploffen stond, woensdag besliste mijn vrouw dat ik onder geen enkel beding vandaag (zondag 1 juni) aan de Mc Bride halve marathon zou deelnemen, donderdag heb ik me net zoals 1 miljoen andere Vlamingen zitten afvragen of de limo reeds aangekomen was, vrijdag heb ik voor de vijfde opeenvolgende dag pasta gegeten, zaterdag voelden de benen plots weer soepel aan, en vandaag zondag, stond ik toch maar lekker aan de start van de Mc Bride Run.
Ik ga steeds graag neuzen in mijn oude artikeltjes. Wie deze blog exact een jaar geleden nog niet las, gelieve eens
hier,
hier en
hier te klikken. Mijn opdracht was simpel, namelijk de 1h54m21s van Jim De Bril eindelijk eens van de tabellen lopen, en dan nog op het traject waar hij zelf twee jaar geleden deze tijd gerealiseerd heeft.
Vorige vrijdag sprak iemand op de trein de profetische woorden: "Rimbaloe, ik heb last van winderigheid en nu heb ik remsporen in mijn onderbroek". Fijn vond ik dat, maar wat later sprak hij de nog meer profetische woorden: "Rimbaloe, stel dat je zondag in je opzet slaagt, dan zou je nogal fier zijn he, je zou dan je blog de titel Mc Pride Run kunnen geven". Die gedachte leek me fijner dan een bruine streep in een onderbroek.
Terug naar vandaag en de wedstrijd. Ik was er en ik stond er. En hoe! Mijn eerste 10 km op 50 minuten, dan enkele kilometers wat angstig voor de man met de hamer, om tenslotte het laatste kwart weer de gaskraan te kunnen opendraaien en te eindigen op 1h48m52s, vijfeneenhalve minuut sneller dan De Bril. Eindelijk is het er eens uitgekomen op een wedstrijd, eindelijk heb ik een tijd gelopen die me stilaan bij de mensen brengt. Eindelijk zal ik 's nachts verlost zijn van mijn loopnachtmerries.
En wat nu? Blijven lopen en trachten nog beter te doen, of andere uitdagingen zoeken? Het wordt vooral het tweede. Immers, de Ronde van Frankrijk en zijn cols komen snel naderbij. De dag vóór Stijn Devolder definitief het geel zal grijpen, wil ook ik Alpe-d'Huez beklimmen. Eind deze week worden de tubes terug onder spanning gezet en tracht ik mijn fietscarrière (what's in a name) te herlanceren.
Bijgevoegd alvast een foto van het begin van de wedstrijd. Op net dezelfde plaats getrokken als vorig jaar. Voor alle duidelijkheid, ik ben startnummer 2314. Let vooral op het flesje water in mijn rechterhand en op de hevige erectie (ja, ik draag rechts)!