Toen ik gisteren thuiskwam wachtte me een "heuglijke" verrassing: ik moest op het postkantoor een aangetekende zending afhalen betreffende de verkiezingen van volgende maand. Allerhande ontwijkscenario's spookten al meteen door mijn hoofd, tot plots een vriendelijk mevrouwtje aanbelde om me mijn brief persoonlijk te overhandigen. Ik mag dus officieel gaan bijzitten op zondag 8 oktober. Zoals zoveel van mijn leeftijdsgenoten heb ik het aan mijn suskewiet ik mag mijn zondagochtend gaan opofferen aan de staat. Verkiezingen, moet dat nu een recht of een plicht zijn? Om het eender, maar de ochtend in het kieshokje is het alleszins kolder.
Even een tafereeltje uit het leven gegrepen: zondagochtend 8 oktober, 9u15. Meneer Janssens heeft zijn mooiste kostuum aangetrokken, dat sinds zijn pensioen (15 jaar geleden) ongedragen in de kast hangt en mevrouw heeft haar vals gebit in (uitzonderlijk voor een zondag). Ze gaan immers stemmen. De pastoor had gezegd dat ze dat met volle "christelijke" overtuiging moesten doen. Terwijl ze in de rij staan aan te schuiven, zien ze mevrouw De Smet, die aan de overkant van de straat woont. Sinds mevrouw De Smet haar hond zijn behoefte gedaan heeft aan de voordeur van de Janssens' zijn de relaties danig vertroebeld. Nochtans lijkt het net het tegendeel. In de file voor het stemlokaal lijken het de beste vrienden. Het is 9u33 en de twee vrouwen gooien kwistig met complimentjes en feliciteren elkaar met hun oh zo mooi bloemetjeskleed. Plots merken ze dat ze in de verkeerde rij staan. Om 9u55 zijn ze eindelijk in het correcte stemlokaal aangekomen. Blijkt echter dat mevrouw Janssens haar identiteitskaart niet bij heeft. Ze vervloekt de bijzitter van dienst omdat die geen genoegen neemt met haar lidkaart van de gepensioneerdenbond. Meneer Janssens is redder in nood. Hij had haar identiteitskaart nog bij zich van tijdens de bustrip naar Lourdes van twee jaar geleden. De bijzitter toont zich soepel en om 10u04 is het grote moment aangekomen: mevrouw Janssens stapt als eerste het stemhokje binnen om er meteen weer woedend buiten te stappen, luid schreeuwend dat de verkiezingen vervalst zijn. Het potlood is immers rood en als er nu een partij is waar ze niet voor wil stemmen dan is het wel die van dat "jonk van een Vandenbossche die niets anders doet dan met hare vanvoor paraderen". Om 10u10 heeft de nog steeds vriendelijke bijzitter onze mevrouw kunnen kalmeren en heeft ze haar stem uitgebracht. Nu is het de beurt aan meneer Janssens. Om 10u30 echter is hij nog steeds niet terug. De bijzitter van dienst besluit een kijkje te nemen en constateert dat meneer Janssens zijn leesbril thuis vergeten is. Omdat hij de namen niet kon lezen, besliste hij maar meteen elk bolletje te kleuren. Leve de democratie! Om 10u37 verlaat meneer Janssens eindelijk het stemlokaal. De rust lijkt weergekeerd. Enkele minuten later komt hij echter opnieuw binnengelopen; hij kan nergens zijn vrouw terugvinden. Paniek alom en onze 31-jarige knappe en spontane bijzitter besluit wederom te helpen. Na lang zoeken vinden ze om 11u02 mevrouw Janssens in de gang op een stoel alwaar ze in slaap gevallen was, luid ronkend. Terwijl ze wakkergeschud wordt, vliegt van het verschieten haar vals gebit als een katapult uit haar mond. Op dat moment passeert mevrouw De Smet net door de gang met haar hondje...Sindsdien zijn de relaties tussen beide dames wederom vertroebeld.
En uw bijzitter heeft ontdekt dat een vals gebit en hondenhaar enorm in elkaar kunnen klitten.
Ach, was ik maar nog geen 30 jaar, dan kon ik op een verkiezingszondag lekker lang uitslapen en dromen van da jonk van een Vandenbossche die met hare vanvoor loopt te paraderen.